Township

In Zuid Afrika zien we sloppenwijken. In Pretoria hebben we sloppenwijk zoals Mamelodi en Plastic City gezien, dat is best schokkend. Tegelijk zien we hoe mensen hun best doen om er het beste van te maken. Het leven in de sloppenwijken is hard. Als buitenstaander is moeilijk te beseffen hoe het is om er werkelijk te wonen. Afgelopen maandagavond hebben we als team een simulatie van de sloppenwijken in Bangladesh meegemaakt. We werden bewoners van een sloppenwijk in Bangladesh.

De simulatie: Als grootmoeder leef ik samen met mijn dochter en vier kleinkinderen in een klein huis van 3 bij 3. We verdienen geld door papieren zakken te vouwen en te verkopen aan de winkeltjes in de krottenwijk. We kunnen net zitten in ons huisje en het vouwen van de tassen vraagt wat organisatie qua ruimte. Bij het verkopen van de tassen blijkenonze tassen niet goed genoeg en worden ze weggegooid. Dat betekent dat we geen we geen geld hebben verdiend om de landeigenaar de huur van ons krot te kunnen betalen. We kunnen een van onze kinderen laten werken voor deze landeigenaar in ruil voor de huur. Tot overmaat van ramp regent ons huis helemaal nat door een flinke stortregen. De situatie is hopeloos en de landeigenaar krijgt steeds meer grip op ons leven en op onze spullen.

Tijdens de simulatie van nog geen uur heb ik ervaren hoe je in een overlevingsmodus komt en dat je niet in staat te bent om je (klein-) kinderen naar school te sturen. Het is een frustrerend gevoel dat je machteloos bent als (groot) ouders als het gaat om voor je kinderen te zorgen. Hoe erg het is wanneer blijkt dat de landeigenaar je kind in de prostitutie heeft laten werken en dat je niet het vermogen hebt gehad om dit vooraf te onderzoeken. We hebben als groep het onrecht ervaren; landeigenaren eisen het beetje geld wat mensen hebben op. We zien ook dat de bijdrage van een missionaris een teleurstellend effect kan hebben in de leefomstandigheden van mensen. Als ik lees in Micha 6:8 wat God vraagt van ieder van ons lijkt het eenvoudig: niets anders dan recht te doen, eerlijk te zijn en ons best te doen om liefde te bewijzen en nederig met onze God te leven.

Wat de Bangladesh simulatie mij heeft geleerd is begrip en compassie te hebben voor mensen in deze omstandigheden en dat er geen snelle oplossingen bestaan. We hebben als team samen kunnen bidden dat we in staat zijn recht te doen en lief te hebben daar waar het onrecht lijkt te heersen. Het lijkt zo klein en van weinig betekenis, maar gebed om recht aan de God van hemel en aarde is het eerste wat we kunnen doen. Ook is het nodig dat we als missiewerkers geen ‘sta-in-de-weg’ zijn met onze beste bedoelingen en eigen plannen en dat we juist met Jezus leren samenwerken. We hopen er de komende week nog veel meer van te leren tijdens de missie training (MMT).