Geef jij ze te eten..” Mattheus 14:16c ~ Dar es Salaam

Na een gebedsweek in Zambia bespreek ik met vijf deelnemers uit Tanzania de mogelijkheid om samen met hen een vergelijkbaar gebedsevent te organiseren. Hun enthousiasme is aanstekelijk: ze willen precies hetzelfde doen in Dar es Salaam, zodat ze kunnen doorgeven wat zij hebben ontvangen in deze gebedsweek. We maken een voorstel en leggen het voor aan de leiding van het veld. Samen bidden we dat deze gebedsweek van betekenis zal zijn voor het team en de kerken in Dar es Salaam. 

Het wordt een gebedsweek van zes dagen voor 30 deelnemers. De uitnodigingen gaan de deur uit. We realiseren dat de gebedsweek geen budget heeft. Het team wil deze 30 deelnemers wel te eten geven. Ze kijken naar mij… en ik denk.. is het nu: Geef jij ze te eten?  We benaderen onze bronnen en er komt een bedrag op tafel, maar het is niet genoeg om 30 mensen eten te geven. Hoe gaan we dit doen? Ik vertel de gebed coördinator van het veld: “Wij hebben op dit moment de vijf broden en de twee vissen en dat is nog niet genoeg.” Hij antwoordt: “Zuster, God gaat voorzien”.

Die avond ben ik uitgenodigd om te spreken in een doordeweekse dienst van een kerk in Dar es Salaam. Na de dienst word ik meegenomen in een zaaltje achterin de kerk, daar krijg ik een envelop toegestopt. Mijn eerste reactie is de envelop te weigeren; ik kwam niet preken voor het geld. Heer, wat moet ik hiermee? Direct komt het antwoord in mijn gedachten: Jij vroeg toch om geld? Dus neem ik de envelop aan en ik weet dat God mij laat liet zien dat Hij voorziet in wat wij nodig hebben voor de gebedsweek. Ondanks deze veelbelovende knipoog van God is ons begrotingsgat nog niet gevuld, maar vol vertrouwen beginnen we de gebedsweek. We kunnen onze deelnemers dagelijks een lunch aanbieden.

Onderdeel van het programma zijn momenten waarin we de stilte zoeken en God vragen om persoonlijk tot ons te spreken door Woord of door wat we zien om ons heen. Na een stiltemoment in de tuin komt een van de deelnemers naar ons toe met haar getuigenis. Terwijl ze in de tuin zat en naar de vogels keek, sprak God tot haar dat we ons geen zorgen hoeven te maken over wat we eten of drinken zullen. De vogels van de hemel doen dat ook niet en zij komen niets tekort. Meteen daarop spreekt God tot haar om ons een geldbedrag te schenken voor het eten. Wanneer zij dit geeft met haar getuigenis, zien we de waarheid van Mattheus 6:26: “Let op de vogels. Die maken zich geen zorgen wat zij moeten eten. Zij hoeven niet te zaaien of te oogsten of te bewaren, want God geeft hun wat zij nodig hebben. U bent Hem toch meer waard dan de vogels?” Zo kwam er meer dan genoeg om de overige dagen eten te kunnen geven. Voor ons team in Tanzania was het de omgekeerde wereld, omdat zij dit keer ontvangen van een plaatselijke kerk waar zij mee samenwerken in plaats van dat zij iets aan de kerk geven. God draait de rollen om en Hij voorziet ook als er geen begroting is.