Johannesburg – Goudstad?
Op de dag van het eerste kennismaking met het Care Center leest Frank de tekst uit Jakobus 1: 16 Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking…
Als we het Care Centrum binnenkomen zien we een directeur die de deuren voor ons opent en ons welkom heet en ons het liefst elke dag zou hebben om geestelijke zorg aan de 70 kinderen te bieden die in het Care Centrum wonen. Het is een oud gebouw met achterstallig onderhoud, een brandschone keuken, een binnenplaats, zes afdelingen waar twee zorgmoeders verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse zorg van hun groepje kinderen.
De eerste dag dat wij komen voor Bijbelstudie met de kinderen is wat onwennig, zowel voor hen als voor ons. We proberen de namen uit te spreken en dat breekt het ijs. Eén meisje had tranen van het lachen over haar wangen vanwege mijn prachtige uitspraak van een aantal Zulu namen. Om de namen goed uit te spreken hebben we nog wel wat meer tijd nodig en het is onze bedoeling om de komende twee jaar bij te dragen aan de geestelijke en pastorale zorg voor de kinderenen om allerlei activiteiten met ze te doen.
Het Care Centrum staat midden in Hillbrow, een buurt van Johannesburg, die in Zuid Afrika bekend staat om het gevaarlijke nachtleven, de misdaad op straat. De directeur wil niet dat wij komen lopen vanaf het nabije treinstation vanwege onze veiligheid. Aan de rand van deze buurt van Johannesburg ook wel Goudstad genoemd, staat het Christ Church Care Center. Het leven van de 70 kinderen speelt zich voornamelijk af binnen de muren van het Care Center. De kinderen gaan 5 dagen per week naar school en op zondag gaan ze naar de kerk. Ze krijgen goede voeding en gezondheidszorg en hulp bij het maken van huiswerk. Frank en ik zijn blij dat wij gevaagd zijn om mee te werken aan Bijbelstudie en geestelijke opvoeding. Daarnaast zien we de vraag van de kinderen om gelegenheid te krijgen om verschillende vaardigheden te ontwikkelen in sport, spel en creativiteit.
Na het eerste weekend vraagt een van de meisjes mij of wij blijven en ik vertel haar dat we die middag teruggaan naar ons verblijf in Pretoria. “En laat je ons hier achter? “ is haar reactie. Zo voelt het inderdaad: de kinderen die achterblijven. Hun verhalen zijn schrijnend; één meisje vertelt dat ze geen moeder meer heeft; ze was erbij dat haar moeder overleed. Haar broertje is bij haar vader en zij is naar het Care Centrum gebracht. Het overlijden van moeders gebeurt veel in Zuid Afrika. AIDS/HIV maken nog vele slachtoffers in Zuid Afrika, 7,9 miljoen mensen zijn besmet. Jaarlijks sterven 83.000 mensen aan AIDS, onder wie vaak de moeders. Het gevolg zijn 1,6 miljoen wezen alleen door AIDS/HIV.Vanwege de nood lijkt een weeshuis de oplossing. De overheid heeft haar weeshuizen, ook kerken als Christ Church bieden opvang in hun Centra. Gods Vaderhart klopt voor de wezen, ook voor de wezen in Johannesburg.
Wanneer we het volgende weekend opstaan na een koude en regenachtige nacht in het Care Centrum, sta ik naar buiten te kijken. Ik dank God dat ik de nacht droog ben gebleven onder het dak wat her en der wat lekkages vertoont. Met de skyline van Johannesburg voor mij, zie ik aan de overkant van de weg een paar dekens. “Het zal toch niet waar zijn”, gaat door mij heen. Het is wel waar, want de dekens beginnen te bewegen en iemand onder de dekens begint een vuurtje te maken om zich aan te warmen.
Op dat moment dringt het besef tot mij door dat dit Care Centrum goed onderdak biedt aan de kinderen. In onze ogen lijkt het misschien niet de meest ideale plek om op te groeien, maar vergeleken met het leven buiten de muren van het weeshuis is het een veilige plek om de liefde van God de Vader te leren kennen.